De luie stoel van Tine Mortier, een verhaal voor eerste lezers, valt onmiddellijk op in het grote aanbod dankzij de uitnodigende omslagillustratie van Ann de Bode waarop een lachende Bas en Babien met hun mooie, grote ogen staan. Ook de fascinerende prenten binnenin zijn tijdloos.
Het verhaal is vrij eenvoudig. Bas en Babien zijn een tweeling. Bas zit in de luie stoel van mama terwijl Babien aan tafel een tekening van een poes maakt. Maar dan wil Babien ook in de luie stoel zitten en ze beveelt haar broer om op te schuiven. Bas weigert en Babien wordt razend. Ze stampt op de grond, gilt, trekt en duwt, maar Bas gaat niet weg. Ze jaagt Bas de stuipen op het lijf en knijpt hem heel hard. Ze schoppen en duwen elkaar en er ontstaat een heus gevecht. Een boze mama verschijnt in de kamer en geeft hen straf. Uiteindelijk verzoenen Bas en Babien zich. Ze zijn weer vrienden, althans tot de volgende ruzie.
Het verhaal komt vooral in de tekeningen tot leven. De Bode drukt in haar collages de woede van de tweeling heel expressief uit. De grote ogen van de kinderen staan in het begin heel dromerig en vriendelijk. Bas geniet in de luie stoel van een boek vol prenten terwijl Babien best trots is op haar mooie tekening. Maar die grote, dromerige ogen staan op onweer wanneer de tweeling zich ergert aan elkaar. Het gevecht wordt levendig uitgebeeld: armen en benen vliegen door de lucht, monden staan wijd open door het gillen en krijsen en donderwolken hangen boven de hoofden van broer en zus.
Doordat Bas en Babien zo verschillend zijn, is de ruzie geen verrassing. Mortier leeft zich goed in de emoties van de tweeling in. De lezertjes zullen zich herkennen in de personages en zich betrokken voelen, want ruzie maken en terug vriendschap sluiten, daar worden ze maar al te vaak mee geconfronteerd. [Emilie Vanpeteghem]

Bas en Babien zijn een 6-jarige tweeling. Bas zit in de luie stoel van mama met een boek. Babien wil óók op die stoel, maar Bas blijft lekker zitten. Er ontstaat een ware veldslag om de stoel, totdat mama binnenkomt. Herkenbaar verhaaltje over ruzie maken en weer vriendschap sluiten. Opvallend zijn de grote illustraties in collagetechniek die rond de tekst staan. Ze zijn dynamisch, expressief en grappig. Vooral de gezichten met de grote ogen tonen emoties, waardoor tekst en tekeningen elkaar prima aanvullen. Het eenvoudige taalgebruik bevat tweelettergrepige woorden, hoofdletters en leestekens, AVI-E3. Elke korte zin begint op een nieuwe regel. Gedrukt in een groot schreefloos lettertype. Aantrekkelijk, gekleurd omslag. Speels boekje voor een brede doelgroep. Ook bruikbaar om het thema 'ruzie' te bespreken. Vanaf ca. 6,5 jaar.

Bas en Babien zijn een tweeling van zes jaar. Ze lijken op elkaar en toch zijn ze heel verschillend. Bas droomt ervan brandweerman te worden en Babien droomt van een poes. Uit frustaratie omdat ze geen poes krijgt van mama, zoekt Babien ruzie met haar broer. Het draait zelfs uit op een vechtpartij. Maar korte tijd later, zijn ze alweer dikke vrienden.
Het verhaal stelt niet veel voor; het is dan ook op het allereenvoudigste niveau geschreven. Het boekje ziet er wel bijzonder uit door de illustraties. Die zijn een combinatie van fimofiguurtjes met sjabloontjes en lijntekeningen. Vooral de grote sprekende ogen vallen op.