Vierkant prentenboek met een bewerking van het sprookje dat Andersen schreef in 1835. Een jonge vrouw voelt zich eenzaam omdat ze geen kindje heeft. Op een dag komt er een goede heks langs die haar een zaadje geeft dat ze in een bloempot moet stoppen. Niet veel later komt er een mooie bloem uit het zaadje tevoorschijn met in de knop een piepklein meisje. Het prachtige kind wordt direct Duimelijntje genoemd en de vrouw is dolgelukkig met haar. Maar op een nacht rooft een dikke pad het meisje om ze aan haar paddenzoon ten huwelijk te schenken. Zo begint een wonderbaarlijk sprookje dat uiteindelijk zal uitmonden in een zoet en wensvervullend slot. Het originele plot blijft in deze bewerking goed intact en het verhaal, dat meer woorden bevat dan een gemiddeld prentenboek, is vlot geschreven. Het woord Duimelijntje wordt telkens in hetzelfde grote en krullerige lettertype afgedrukt. De meestal dubbelpagina-grote, dromerige illustraties in gemengde techniek vergroten de dramatiek en het sprookjeseffect sterk, mede dankzij de afwisseling met kleinere tekeningen in bruintinten. Dit is inmiddels de vierde sprookjesbewerking in deze stijl van deze auteur en illustrator. Eerder verscheen onder meer 'Belle en het beest'* (2016). Vanaf ca. 5 t/m 8 jaar.